![]() vrouwen en mannen, gegrepen door God, levend in het hart van de wereld. Door hun professie wijden ze zich met heel hun persoon toe aan God en aan de groei van Zijn Rijk in deze wereld: een levensengagement in het spoor van Jezus. Hun geloften van gehoorzaamheid, armoede en celibaat drukken uit hoe ze op een eigen wijze omgaan met de algemeen menselijke verlangens ‘iemand zijn’, ‘iets hebben’ en ‘van iemand zijn’. |
Religieuzen zijn Godzoekers, mensen die bidden en leven vanuit hun gemeenschap. Door hun zending delen ze in Jezus’ zorg voor mens en wereld. Naargelang hun specifieke roeping geven ze hun religieus leven een eigen vorm. De rijkdom van het evangelie nodigt uit tot het leggen van eigen accenten. Zo ontstaat een brede waaier van ordes en congregaties, van contemplatieve of apostolische religieuzen, elk met hun eigenheid, maar allen erom bekommerd dat Gods Rijk mag groeien in deze wereld. |